Statenvertaling
Het geschiedde dan, als de oversten der wagenen Jósafat zagen, dat zij zeiden: Die is de koning van Israël; en zij togen rondom hem, om te strijden; maar Jósafat riep, en de HEERE hielp hem, en God wendde hen van hem af.
Herziene Statenvertaling*
Het gebeurde dan, zodra de bevelhebbers van de strijdwagens Josafat zagen, dat zij zeiden: Dat is de koning van Israël. Zij omringden hem om tegen hem te strijden, maar Josafat schreeuwde om hulp. De HEERE hielp hem en God wendde hen van hem af.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zodra de wagenoversten Josafat zagen, riepen zij: Dat is de koning van Israël; en zij omsingelden hem om hem aan te vallen. Maar Josafat riep luid en de Here hielp hem, God lokte hen van hem weg.
King James Version + Strongnumbers
And it came to pass, H1961 when the captains H8269 of the chariots H7393 saw H7200 ( H853 ) Jehoshaphat, H3092 that they H1992 said, H559 It H1931 is the king H4428 of Israel. H3478 Therefore they compassed H5437 about H5921 him to fight: H3898 but Jehoshaphat H3092 cried out, H2199 and the LORD H3068 helped H5826 him; and God H430 moved H5496 them to depart from H4480 him.
Updated King James Version
And it came to pass, when the captains of the chariots saw Jehoshaphat, that they said, It is the king of Israel. Therefore they compassed about him to fight: but Jehoshaphat cried out, and the LORD helped him; and God moved them to depart from him.
Gerelateerde verzen
2 Korinthe 1:9 - 2 Korinthe 1:10 | 2 Kronieken 14:11 | Psalmen 116:1 - Psalmen 116:2 | Psalmen 94:17 | Ezra 1:1 | Psalmen 46:1 | Psalmen 118:13 | Spreuken 21:1 | Ezra 7:27 | Psalmen 34:7 | 2 Kronieken 26:7 | 2 Kronieken 13:14 | Nehémia 1:11 | Éxodus 14:10 | Spreuken 16:7 | Psalmen 46:11